Fiscus wil 21 miljoen van Belgacom

De Bijzondere Belastinginspectie richt haar aandacht op een Luxemburgse dochtermaatschappij van het overheidsbedrijf Belgacom. Van onze redacteurIn het jaarverslag van Belgacom staat te lezen dat de Belgische fiscus 21miljoen euro claimt van een Luxemburgs filiaal van het telecombedrijf. Navraag leert dat het gaat om Belgacom Invest SARL, een holding die eind 2003 werd opgericht en waarin voor zes miljard euro aandelen van Belgacom Mobile, de vennootschap achter het mobilofoniebedrijf Proximus, werden ondergebracht. Belgacom betwist de aanslag. Als de fiscus voet bij stuk houdt, kan het geschil voor de rechtbank komen. Blijkbaar gaat de belastinginspectie ervan uit dat de Luxemburgse holding een 'lege doos' is, die eigenlijk bestuurd wordt vanuit België. 'Wanneer de feitelijke leiding van een buitenlandse vennootschap vanuit België gebeurt, wordt die door de fiscus beschouwd als een Belgische vennootschap en als dusdanig belast', zegt Jan Werbrouck, een fiscale specialist van het advocatenkantoor Nauta Dutilh. De claim heeft alleen betrekking op het jaar 2004 en vormt een soort testcase voor de belastingadministratie. Indien de fiscus gelijk krijgt, mag Belgacom wellicht ook een factuur voor de latere jaren verwachten. Het telecombedrijf ontkent dat de Luxemburgse holding een lege doos is, en zegt goede argumenten te hebben om de belasting niet te betalen. Belgacom Invest werd opgericht als een vehikel om financiële reserves over te hevelen van Belgacom Mobile naar de moedermaatschappij Belgacom nv. Die had de reserves nodig om de minderheidsaandeelhouders van het ADSB-consortium uit te kopen, in de aanloop naar de beursintroductie van Belgacom in 2004.Als de constructie binnen België was opgezet, had Belgacom twee keer vijf procent belastingen moeten betalen op de overgehevelde fondsen. Door uit te wijken naar Luxemburg, moest die belasting maar één keer worden betaald, legt een bron met kennis van het dossier uit. Belgacom zegt dat er op zich niets mis is met de constructie. De bedoeling was niet in de eerste plaats om belastingen te ontlopen, maar om de beursintroductie mogelijk te maken, zegt woordvoerder Jan Margot. 'De oprichting van de holding gebeurde in volle transparantie, met medeweten van de overheid.'De fiscale betwisting is wel opmerkelijk omdat Belgacom voor 53,5% in handen is van de federale staat. Het is niet de enige claim van de administratie op het overheidsbedrijf. Eerder deze week raakte bekend dat ook de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) miljoenen eist van Belgacom. Daar gaat de betwisting over de betaling van socialezekerheidsbijdragen op aanvullende pensioenen die Belgacom zes jaar geleden uitbetaalde. Analisten ramen de mogelijke impact daarvan op Belgacoms nettowinst op ongeveer 25 miljoen euro.

"Les intérêts notionnels ? Très simple !"

Un vaste débat entoure les intérêts notionnels. Mais au fond, comment ça marche ? Pierre-François Coppens, fiscaliste, estime que ce régime rend les entreprises belges plus solides. "Ce qui se traduit par moins de délocalisations", dit-il.
La mise en oeuvre de la loi sur les intérêts notionnels est particulièrement aisée. C'est le constat que dresse Pierre-François Coppens, fiscaliste chez Delvaux, Fronville et Servais, auteur d'un livre consacré aux dernières nouveautés en matière de fiscalité des entreprise.
"Auparavant, pour un régime fiscal de faveur tel que la réserve d'investissement, il fallait faire des calculs complexes pouvant prendre une journée par client , explique Pierre-François Coppens. Ici, il suffit de prendre tous les éléments des fonds propres et d'appliquer les corrections que la loi détaille clairement (éléments qui doivent être retranchés des fonds propres, NdlR) , ce qui permet d'appliquer très facilement le régime des intérêts notionnels."
L'effet le plus visible de ce mécanisme légal, c'est la baisse des taxes sur les entreprises. "C'est vrai, les intérêts notionnels ont d'abord pour conséquence de réduire drastiquement le taux nominal de l'Isoc (impôt des sociétés, NdlR) , dit-il. Mais pour la première fois, on a une mesure qui incite aussi les entreprises à consolider leurs fonds propres. Dans un bilan, beaucoup de capitaux et de réserves signifient que l'entreprise est plus solide. Et des sociétés bien capitalisées ont moins tendance à délocaliser."
Selon le fiscaliste, il faudra attendre quelques années pour mesurer l'effet des intérêts notionnels : "Le législateur aurait pu se contenter de réduire le taux nominal de l'Isoc mais il a préféré chercher à promouvoir la solvabilité des entreprises par leurs fonds propres. Cela implique un travail pédagogique à destination des sociétés étrangères. Il faudra deux ou trois ans pour qu'elles comprennent l'atout de la mesure. Mais ensuite, son impact sera sûrement considérable."
Pierre-François Coppens s'insurge contre les critiques évoquant des abus : "Soit on applique la loi, soit on est dans l'illégalité. Mais on ne peut juger une mise en oeuvre de ce régime au regard d'une sorte d'esprit de la loi qui permettrait de qualifier d'abusives les applications qui s'en écarteraient. L'enjeu, c'est la sécurité juridique qui reste tout de même l'un des fondements du droit !"
Et de citer cet exemple : "Une société belge vend des actions détenues en propre à une société étrangère. Elle se débarrasse ainsi d'un élément correcteur des fonds propres. Ces derniers sont donc plus élevés, ce qui lui permet de payer moins d'impôts grâce aux intérêts notionnels. Etait-il nécessaire de vendre ces actions ? Peut-être pas. Mais il n'y a rien d'illégal ! Un contrôle d'opportunité ne peut pas intervenir à ce stade." D'ailleurs, Pierre-François Coppens l'affirme : il applique systématiquement les intérêts notionnels pour toutes ses entreprises clientes.